Inheems Dorp Hollandse Kamp Maakt Vuist Tegen Schending Grondgebied

De Inheemsen van het dorp “Hollandse Kamp” in het district Para eisen van de regering dat de grondbeschikkingen die zijn uitgegeven in hun leef- en woongebied, onmiddellijk worden ingetrokken.
Het verbaast het dorpsbestuur dat ondanks zij geen goedkeuring hebben gegeven voor de uitgifte van grond in hun gebied, dit toch is gedaan door het ministerie van Grondbeleid en Bosbeheer (GBB). Er is geprotesteerd hiertegen. “Blijf af van onze leef- en woongebieden”, luidde de kreet van een piepjong Inheems meisje.
De dorpsbewoners van Hollandse Kamp zijn niet te spreken over de gronduitgifte in hun leef- en woongebied. Momenteel vindt er ontbossing plaats, en wordt er een weg aangelegd die moet leiden naar een kreek. De weg moet dan aansluiten om een straat naar de Johan Adolf Pengel luchthaven en het leef- en woongebied van de Inheemsen. Hierdoor komen onder andere de kostgronden en jachtgebieden van de dorpelingen in gevaar. “Het was gelijk paniek in het dorp. Ons leefgebied is in gevaar”, zegt Sergio Jubithana, dorpshoofd van Hollandse Kamp.
Sinds vorig jaar werden de dorpelingen geconfronteerd met deze situatie; een graafmachine in het gebied dat aan het ontbossen is.
De districtscommissaris van Para, Marlene Joden, zou reeds op de hoogte zijn van deze situatie, maar geen verdere stappen hebben ondernomen.
Jubithana zegt dat het dorpsbestuur bij onderzoek heeft ontdekt dat een heel gebied is uitgegeven aan een stichting. “Er is geen advies gevraagd. En wanneer we de beschikkingen nagaan, dan zien we dat vorig jaar die zijn uitgegeven”, zegt Jubithana.
Ook blijkt dat bij een grondaanvraag waar er protest is getekend door het dorpsbestuur, deze toch is uitgegeven. In de beschikkingen staat aangegeven dat de gronden zijn uitgegeven voor tuinbouwactiviteiten en niet voor recreatie.
Het dorpsbestuur heeft de aannemer aangemaand de werkzaamheden stop te zetten. Echter is het dorpshoofd via de districtssecretaris telefonisch medegedeeld dat de districtscommissaris van mening is dat de mannen door mogen werken, omdat zij een beschikking hebben.
“De overheid die ons zou moeten beschermen, omdat ze weten dat onze rechten niet bij wet zijn erkend. Dan zouden ze voor ons moeten vechten tot waar ze kunnen. Maar als wij niet op deze overheid kunnen rekenen, dan moeten we aandacht zoeken van de media, van de Surinaamse gemeenschap en ook internationaal. Laten ze weten dat onze rechten in gevaar zijn en dat we niet worden geteld”, zegt Jubithana.